Het Internet of Things gaat verder dan de saleshype

Patrick Strauss is een consultant op het gebied van distributieketens en het Internet of Things. Als hij een organisatie adviseert, begint hij altijd met dezelfde vraag: ”Waarom heeft u deze IoT-technologie nodig?” Het is niet dat hij niet gelooft in de kracht van digitale technologieën bij het transformeren van een distributieketenketen. Integendeel: Strauss is enorm enthousiast over het onderwerp en kent voorbeelden van ”fantastisch innovatief denken”. Hij wil alleen duidelijk maken dat iedere IoT-verkoper zijn eigen tool wil verkopen en dat bedrijven verder moeten kijken dan die saleshype. Ze moeten heel duidelijk voor ogen hebben wat ze precies willen bereiken. Dan pas kunnen ze beslissen welke technologieën ze moeten implementeren. Verrassend veel bedrijven, waaronder veel grote en bekende organisaties, kunnen deze ”waarom”-vraag echter niet beantwoorden, vertelt Strauss, die lesgeeft in RFID, IoT en zichtbaarheid van de leverketen aan de Cranfield University.

U zou de in Duitsland geboren Strauss met recht een veteraan in de sector kunnen noemen. Hij werkte jarenlang voor BT en IBM en ging vervolgens aan de slag als onafhankelijk adviseur voor grote retailers en producenten. Hij is een groot voorstander van digitale transformatie. Daarom wil hij dat bedrijven het goed aanpakken, met een goede planning die al begint bij de implementatie. Volgens Strauss ligt de kracht van IoT-technologieën in het combineren van slimme sensoren en draadloze communicatie. Zo kunnen niet-digitale apparaten informatie ”communiceren”. Een lege koelkast kan op die manier bijvoorbeeld wat extra pakken melk bestellen. Op een grotere schaal kan een magazijn dat is voorzien van meerdere RFID-sensoren bijvoorbeeld zelf de voorraad in de gaten houden. Maar Strauss benadrukt: om te kunnen profiteren van IoT-technologieën, moeten bedrijven eerst heel duidelijk hun doelen voor ogen hebben.

De flow verbeteren

Als goed voorbeeld van helder denken noemt Strauss liftenproducent Kone, die besloot alle producten te voorzien van IoT-sensoren. Het bedrijf wist precies wat het wilde bereiken. Kone heeft als missie om ”de flow van het stadsleven te verbeteren”. Storingen zijn dus desastreus voor de reputatie van het bedrijf. Dankzij het IoT kunnen hun producten echter op afstand in de gaten worden gehouden, wat tot een enorme afname van het aantal storingen heeft geleid. Strauss vertelt dat Kone een centraal dashboard heeft ontwikkeld met een kaart waarop de duizenden installaties van het bedrijf over de hele wereld zijn aangegeven. Als er op het scherm een rode stip verschijnt met een foutcode, kunnen de beheerders inzoomen, het probleem bepalen en direct een onderhoudsteam op weg sturen. Door zo snel te reageren, wordt bijvoorbeeld voorkomen dat passagiers op een groot vliegveld kilometers ver met hun bagage moeten lopen als een loopband kapotgaat.

”Voorheen moest een loopband of lift grotendeels uit elkaar gehaald worden om de oorzaak van een probleem te achterhalen. Nu geven de foutcodes het antwoord. De machines kunnen dubbel zo snel gerepareerd worden, wat de dienstverlening aan klanten verbetert. Uiteindelijk is dat natuurlijk het doel. Kone besloot de IoT-sensoren te installeren, omdat het bedrijf bang was dat als ze het belang van gegevens en informatie niet zouden inzien, concurrenten als Otis en Schindler dat wel zouden doen. Door snel te handelen, zouden deze concurrenten dan een betere dienstverlening kunnen bieden” vertelt Strauss.

Ook witgoedproducenten, zoals Whirlpool en Miele, plaatsen sensoren in hun producten. Denk bijvoorbeeld aan wasmachines, drogers en vaatwassers. De sensoren verzamelen real-time gegevens over de prestaties van het apparaat en geven deze door aan de producent. Voorheen was er nooit een directe verbinding tussen klant en producent. Maar nu kunnen producenten snel een monteur sturen als ze een foutcode ontvangen. ”Vroeger zaten gezinnen soms twee weken zonder wasmachine, omdat de reparatie zo lang duurde. Eerst namen mensen contact op met de winkel, die belde vervolgens een monteur, dan moest er een onderdeel besteld worden en moest er opnieuw een monteur langskomen om dat onderdeel te monteren. Voor ieder gezin is dat een nachtmerrie. Maar als apparaten constant gemonitord worden, kunnen problemen zelfs al geïdentificeerd worden voordat het apparaat ermee ophoudt. Het is een veel pro-actievere benadering. Ook hierbij draait alles weer om een betere klantervaring,” vertelt Strauss.

Gegevens commercialiseren

John Deere, producent van tractoren en andere landbouwmachines, gebruikt het IoT-concept op een nieuwe, innovatieve manier. Het bedrijf rustte zijn machines uit met sensoren om de prestaties ervan op het land te monitoren. Zo werd een verbinding tussen klant en producent gecreëerd. Maar dat is nog niet alles: John Deere koppelt deze prestatiegegevens namelijk ook nog aan andere relevante gegevens, zoals de bodemkwaliteit, weersvoorspellingen en reacties op social media. De organisatie verkoopt deze gegevens aan boeren en is daarmee een nieuw bedrijf gestart. ”Gegevens commercialiseren als dienst voor externe kopers, dat is een groot deel van de toekomst van IoT,” voorspelt Strauss.

Voor de meeste mensen staat de landbouw nogal ver van hun bed, maar Strauss geeft ook een voorbeeld uit het dagelijks leven. Lokale supermarkten hebben vaak een koffieautomaat waar klanten hun dagelijkse shot cafeïne kunnen halen. Costa Coffee heeft deze automaten voorzien van sensoren die terugkoppelen wanneer de machines moeten worden bijgevuld of gerepareerd. ”Zulke apparaten bestaan al jaren, maar ze worden steeds geavanceerder. Een supermarktmedewerker krijg nu direct een berichtje op zijn smartphone als het apparaat nog maar voor 10% vol is en binnenkort moet worden bijgevuld. De medewerker weet dan dat hij dit binnen twee uur moet doen, anders raken klanten geïrriteerd omdat ze hun dagelijkse kopje koffie moeten missen. Zulke slimme toepassingen kunnen vrij makkelijk worden ingebouwd als de sensoren eenmaal zijn geïnstalleerd,” vertelt Strauss.

Voor grote bedrijven biedt het IoT nog veel meer mogelijkheden om de efficiënte te verbeteren. Er zijn een paar futuristische voorbeelden. DHL Supply Chain maakt bijvoorbeeld gebruik van 'vision picking', waarbij magazijnmedewerkers instructies krijgen via smart glasses. En Amazon gebruikt Wi-Fi om robots aan te sturen die beoordelen welke producten voorrang moeten krijgen bij Prime-bestellingen. Als distributieketendeskundige kwam Strauss magazijnen tegen met soortgelijke geavanceerde systemen, terwijl hij bij andere bedrijven alleen maar ”mannetjes die rondrennen met een klembord en een pen” aantrof.

"Bob" vervangen

Dat laatste scenario ziet u vandaag de dag nog maar al te vaak, vertelt hij. Bedrijven investeren miljoenen in IT-systemen, maar ze weten niet wat ze ermee moeten doen. In plaats daarvan blijven ze zelfgemaakte houtje-touwtjedatabases gebruiken en vertrouwen ze erop dat Bob, iemand die al 35 jaar in het magazijn werkt, weet wat er allemaal gebeurt. Bob is daar dan degene met de meeste kennis, maar die kennis zit allemaal in zijn hoofd en hij staat wantrouwend tegenover nieuwe technologie. Volgens Strauss is dit een heel inefficiënte manier om een magazijn te runnen. ”Wat als Bob morgen onder een bus komt? Wat gebeurt er als hij met pensioen gaat? In het ideale geval neemt een bedrijf de tijd om de kennis van Bob en zijn ervaren collega's in een systeem voor magazijnbeheer te integreren wanneer ze dit installeren. Als Bob de Tweede van 19 jaar dan volgende week bij het bedrijf komt werken, staat alle relevante informatie voor hem klaar in het systeem”, legt Strauss uit.

In het verlengde van zijn pleidooi voor helder denken en duidelijke doelen, stelt Strauss dus ook dat bedrijven genoeg tijd moeten reserveren voor de implementatie wanneer ze een systeem voor magazijnbeheer in gebruik nemen. Over alle processen moet u goed nadenken, ook over hoe spullen worden opgeslagen, verzameld en verzonden. ”De belangrijkste boodschap is eigenlijk dat geen enkel beheersysteem 'standaard' is. Alles is maatwerk en ieder detail is belangrijk,” vertelt Strauss.